Op tafel staan bloemen. Welkom thuis.
‘Dat had je toch niet hoeven doen’, zeg ik de volgende dag tegen mijn vriendin die verantwoordelijk is voor het boeket. Ze bracht ze op de laatste avond van onze vakantie-zonder-Job.
‘Ach, het is al erg genoeg dat de vakantie erop zit.’
Daar heeft ze een punt. Het is al erg genoeg.
Tien dagen lang hoefden we niet op de klok te kijken. We aten wanneer we wilden, stonden op als we daar zin in hadden en luisterden naar de stilte op het strand waar Job – als hij erbij was geweest – ongetwijfeld al 83 keer ‘mama’ in twee minuten had gezegd. En misschien nog wel het fijnst: tien dagen lang waren we verlost van het gewicht op onze schouders. Letterlijk. We hoefden onze grote invalide zoon geen moment te tillen.
Ik vind mezelf heel zielig als ik de eerste Nederlandse ochtend met een jetlag van jewelste aan het bed van Job sta te kreunen omdat hij naar school moet.
Maar dan kijk ik naar hem. Zijn uitgeruste gezicht vol sproeten. We zagen het meteen toen we thuiskwamen; dit kind had een topweek gehad met opa en oma. Zijn oogopslag is alert, zijn stem helder en zijn armbewegingen zijn enthousiast. Mijn medelijden verplaatst zich van mezelf naar hem. Arm kind. Wat een ramp dat papa en mama weer thuis zijn. Hij moet mijn gemopper weer aanhoren, dient te luisteren en hoort zijn vader 83 keer ‘Job’ in twee minuten zeggen als hij zijn bord niet leeg eet.
Ik beloof Job dat we volgend jaar weer op vakantie gaan. En straks ga ik bloemen voor hem kopen. Want het is al erg genoeg.
2 thoughts on “Column: Erg”
Reageren is niet (meer) mogelijk.
Mooie column. Verdient een bos rozen!
Als Job het kon doen zou hij een bloemetje voor jullie kopen, want zo erg zijn ju;;ie niet als ouders.